In de voorgaande blogs heb je kunnen lezen over de verschillende voedingsstoffen die we nodig hebben. Waar we het nog niet over hebben gehad is hoe ons lichaam deze stoffen opneemt en verwerkt. Daarvoor moeten we bij het spijsverteringskanaal zijn. In deze blog wil ik jullie daarin meenemen. Hoe loopt je voedsel van je mond tot je kont?
Figuur 2.
Figuur 3.
Figuur 4.
90% Van de vetten in voedsel zijn triglyceride. Triglyceride worden afgebroken door de enzymen lipase en colipase welke worden uitgescheiden in de pancreas en zo in de darmen terechtkomen. De triglyceriden worden door de enzymen afgebroken tot monoglyceride en vrije vetzuren.
Een eigenschap van vetten is dat deze niet wateroplosbaar zijn. Dus om vetten op te kunnen nemen zijn er galzouten nodig, deze worden gemaakt in de lever en via de galblaas in de dunne darm uitgescheiden. De galzouten hebben een hydrofobe en een hydrofiele kant en kunnen zo om het vet heen gaan zitten. De hydrofiele kant naar het water toe en in contact met de darm omgeving.
Wanneer de monoglyceriden de darmcel binnen zijn vormen ze weer triglyceriden. De triglyceriden vormen samen met cholesterol de chylomicronen. De chylomicronen worden door het Golgi apparatus ingepakt in vesicles die over de darmwand heen getransporteerd kunnen worden. Deze vesicles zijn te groot om de capillaire binnen te komen dus wordt het vervoerd door het lymfesysteem. Dit hele proces in laten zien in figuur 5.
Figuur 5.